In Overijssel deden 10.059 mensen mee aan de Nationale Tuinvogeltelling. Samen telden zij 169.331 vogels. De meest getelde tuinvogels in Overijssel zijn de huismus (37.354x), koolmees (24.257x) en pimpelmees (16.212).

De top 10 van Overijssel

Je tuin als verlengstuk van het Nationaal Park

Wij waren nieuwsgierig naar de resultaten in gemeente Raalte, Wierden, Hof van Twente, Twenterand, Hellendoorn, Rijssen-Holten en Ommen. De tuinen en balkons van deze inwoners zijn namelijk het verlengstuk van Nationaal Park Sallandse Heuvelrug & Twents Reggedal. Ook in deze zeven gemeenten werd volop geteld. In deze gemeenten deden maar liefst 2.118 mensen mee aan de Nationale Tuinvogeltelling. Samen telden zij 37.081 vogels.

Als je op deze zeven gemeenten inzoomt, dan valt dit je op:

• De top 6 getelde vogels in de zeven gemeenten is bijna hetzelfde als de Overijsselse top 6;
• In de zeven gemeenten wordt minder vaak de kauw geteld. Deze staat niet in de top 10;
• De zwarte kraai, gaai, heggenmus en spreeuw komen niet voor in de provinciale top 10, maar wel in het verlengstuk van het Nationaal Park.

Vaker een zwarte kraai, gaai, heggenmus of spreeuw gespot

In vergelijking met de andere Overijsselse gemeenten zie je hier vaker een zwarte kraai, gaai, heggenmus of spreeuw. Zo staat de zwarte kraai in gemeente Wierden en Hof van Twente op plek 8. De Heggenmus weet in gemeente Hellendoorn, Raalte en Ommen nog net een plekje in de top tien de bemachtigen. Hetzelfde geldt voor de gaai, deze staat in gemeente Twenterand op 10 en in Hellendoorn en Ommen op plek 9. De meest opvallende is toch wel de spreeuw die in gemeente Wierden op plek 6 staat, maar niet in de provinciale top 10 of die van de andere zes gemeenten voorkomt.

Vind je het leuk om de gegevens van je eigen straat, buurt en gemeente te bekijken? Dat kan op de website van de Vogelbescherming.

Help je mee? Jaar van de merel

De merel eindigt na lange tijd weer op de derde plek bij de Tuinvogeltelling en in Overijssel op plek vier. Na de uitbraak van het usutu-virus in 2016 werd deze zangvogel nog maar in twee derde van de tuinen gezien. Bij de start van de Tuinvogeltelling was dat nog in 9 op de 10 tuinen. Vorig jaar werden er voor het eerst weer iets meer merels gezien, dit jaar lijkt sprake van een voorzichtig herstel: in driekwart van de tuinen is de merel geteld. De komende jaren zal moeten blijken of het herstel zich doorzet.

Omdat de achteruitgang van de merel al voor de uitbraak van het usutu virus inzette, doen Vogelbescherming en Sovon Vogelonderzoek Nederland dit jaar extra onderzoeken naar de oorzaken. De organisaties roepen iedereen op om de merel een handje te helpen, bijvoorbeeld door het aanleggen van een stukje gazon of het planten van bessenstruiken.