Maar de tijd heeft niet stil gestaan. De meeste kruidenrijke akkers aan de randen van de hei zijn al lang verdwenen. Er groeit nu gras of mais. Grote delen van de hei zijn in de vorige eeuw om economische redenen ontgonnen tot dennenbos, zodat het omringende landelijk gebied onbereikbaar is geworden voor insecten, vogels en reptielen die op de resterende hei hun leefgebied hebben.
Tijdelijke akkertjes
Sinds enkele jaren is er op De Sprengenberg een nieuwe ontwikkeling gaande: er verschijnen tijdelijke akkertjes op de heide. Dat valt vooral van half juli tot half augustus op, als de boekweit massaal in bloei staat. Met je ogen dicht kun je al zien dat het er drukker is dan op schiphol: een zoemende wolk bijen, hommels en zweefvliegen geniet van een feestmaal op de witte bloemen. Tegen de tijd dat de boekweit is uitgebloeid , kunnen de insecten terecht op de omringende heide die dan volop bloeit.
Uit onderzoek blijkt, dat de aanwezigheid van veel insecten op de akkers een positief effect heeft op de sterk bedreigde heidevogels. Binnen een straal van 200 meter broeden er meer geelgorzen, veldleeuwerikken en kneuen dan daarbuiten. Tijdens tellingen wordt zichtbaar dat fouragerende nachtzwaluwen baantjes trekken boven de akkers, omdat daar kennelijk meer nachtvlinders vliegen dan boven de hei.
Schaapskudde
Een belangrijke succesfactor is onze schaapskudde, en de mest die de kudde al grazend op de heide verspreidt. Vroeger werden met die mest kostbare mineralen afgevoerd naar de akkers op de enk. Nu is het andersom en zorgt die mest voor een aanvulling van mineralen. De schapen transporteren ook de zaden van kruiden die alleen nog in de fietspadbermen groeien. Als we na een jaar of vier de tijdelijke akkers weer met rust laten, raken ze al snel weer begroeid met heide, kruiden en grassen en herbergen ze een diverse fauna. Kroon op het werk is de grauwe klauwier, die dit soort plekken feilloos weet te vinden.