Ooit was Diepenheim (ca. 2600 inwoners) de kleinste gemeente van de provincie Overijssel. Thans behoort de plaats, gelegen op de grens van Twente en de Achterhoek, bij de gemeente Hof van Twente.
Ooit was Diepenheim (ca. 2600 inwoners) de kleinste gemeente van de provincie Overijssel. Thans behoort de plaats, gelegen op de grens van Twente en de Achterhoek, bij de gemeente Hof van Twente.
Als er iets is wat ons verbindt dan is het ons fraaie karakteristieke landschap. Het is een samenhangend ecologisch systeem met bijzondere flora en fauna, niet alleen uniek voor Overijssel, maar voor het hele land. In deze serie gaan we dieper op zoek naar het DNA van de steden en dorpen in het gebied. Wat onderscheidt ze en wat hebben ze gemeen? Lees mee en ontdek het zelf!
In de middeleeuwen maakte Diepenheim (letterlijke betekenis: ‘laag gelegen woonplaats’) deel uit van een landgoed, de heerlijkheid Diepenheim. Ook het protestantse kerkgebouw is van middeleeuwse oorsprong. De geschiedenis van Watermolen Den Haller aan de Molenbeek – nu een restaurant – gaat zelfs terug tot de 12e eeuw (1169), waarmee het wel eens de oudste bestaande watermolen van ons land zou kunnen zijn. De Diepenheimers noemen hun thuisbasis graag ‘stedeke’, ook al heeft de plaats officieel geen stadsrechten. De textielindustrie, die in Twente vanaf 1830 haar intrede deed en tot een verstedelijkt gebied maakte, heeft in Diepenheim geen rol gespeeld. Daardoor is het kleinschalige karakter van de plaats bewaard gebleven. Diepenheim mag dan het kleinste ‘stadje’ van Twente zijn, het heeft de hoogste ‘kastelendichtheid’ van de regio. In en rond de plaats liggen zes kastelen met uitgestrekte landgoederen: Huis Nijenhuis, Huis te Diepenheim, Huis Westerflier, Havezate Wegdam, Kasteel Weldam en Kasteel Warmelo.
Het laatstgenoemde huis, kasteel Warmelo, is gelinkt aan het koningshuis. In 1952 kocht prins Bernard het kasteel voor zijn moeder, prinses Armgard, die er tot haar overlijden woonde. Prinses Beatrix en haar zussen zijn er tijdens vakanties vaak geweest. De Oranjes verkochten de havezate in 1976 aan familie Avenarius die er nog steeds woont. De familie stelde de kasteeltuinen van het landgoed open voor het publiek. In de Engelse tuin rondom het kasteel vindt elk jaar tussen mei en oktober een zandsculpturenevent plaats. Liefhebbers van het koningshuis kunnen behalve bij Kasteel Warmelo ook bij het Nieuwe Haghuis terecht. In het karakteristieke pand zit het Oranjemuseum met een uitgebreide collectie Oranjecuriosa, waaronder herinneringsborden, wandkleden, schilderijen en glazen.
Diepenheim heeft bovengemiddeld veel galerieën, ateliers, musea en podia. Mede dankzij de actieve inzet van de Kunstvereniging Diepenheim, intussen opgegaan in het Drawing Centre Diepenheim, is het een toonaangevend oord voor beeldende kunst. Vooral op het gebied van kunst in de openbare ruimte heeft Diepenheim een goede naam opgebouwd. Zo geven kunstenaars in het project ‘Non Urban Garden’ hun visie op het thema ‘tuinen van de 21e eeuw’. Het project heeft Diepenheim verrijkt met acht ‘niet-stedelijke kunsttuinen’, waaronder een Boomtuin (een bank in de kruin van een eik die je via een wenteltrap bereikt).
Top vijf van lokale highlights