Luisterplek 501, hotel Veerman
De oorlogsjaren Hotel Veerman
Januari 1944 - Uit het dagboek van een hotelmedewerkster.
“Sinds de oorlog is uitgebroken hangt er soms een gespannen sfeer in het hotel. Het is een komen en gaan van allerlei groepen: mensen uit de buurt, handelaren, NSB’ers en Duitse officieren… Maar óók verzetslieden
en Joodse onderduikers…
Hotel Veerman in Wijhe is altijd een drukbezocht hotel geweest, maar sinds de overname door het Amsterdamse echtpaar Peet-van Ommen gaan de zaken helemaal voorspoedig. Elke avond is er wel wat te doen voor de plaatselijke verenigingen. Er wordt biljart gespeeld, gymnastiek- en dansles gegeven
en op de wekelijkse sociëteit is het altijd een drukte
van belang. Kortom: er is altijd wat te beleven en ik werk er dan ook al jaren met veel plezier. Overdag verzorg ik de kamers van de gasten en ’s avonds help ik een handje in het restaurant. Maar sinds het begin van de oorlog zijn er een aantal
dingen veranderd. Op de sociëteit wordt tegenwoordig druk gespeculeerd over het verloop van de oorlog. Daarnaast worden er ook illegale bladen gelezen en komt de Koninklijke familie vaak ter sprake. Af en toe hebben we bezoek van Duitse officieren en er komen regelmatig lokale NSB’ers over de vloer.
En dat zorgt weleens voor spanningen en ongeregeldheden. Er zijn namelijk ook vele verzetslieden die het hotel weten te vinden. Zo gaat het gerucht dat de verzetsmannen Jan Dalemans en kapitein Walta vanuit dit hotel voedseltransporten verzorgen naar Amsterdamse bejaardentehuizen. De twee kennen
elkaar uit hun diensttijd en troffen elkaar hier in 1942 in de sociëteit. Dalemans werkt al langer voor de Amsterdamse illegaliteit; hij zorgt onder andere voor Joodse onderduikadressen, bezorgt bonkaarten
en illegale kranten. De extra voorraden voedsel worden eerst door Kapitein Walta in de
omgeving van Wijhe ingezameld, daarna bezorgt Dalemans ze met de auto in Amsterdam. Een gevaarlijke onderneming… en dat allemaal vanuit ‘ons’ hotel. Dalemans is trouwens voor de duvel niet bang, want ik zag hem laatst in het restaurant een ontspannen praatje maken met een Duitse officier.
En dat terwijl hij een uur later weer een paar Joodse onderduikers door de gangen van het hotel naar de zolder loodste! Ik moet er niet aan denken wat er had kunnen gebeuren als hij betrapt was… Als je het mij vraagt kan dit allemaal niet lang goed gaan. Ik hoop dat het waar is wat ze zeggen en dat
de bevrijding nu snel dichterbij komt. Dan hoeven we niet meer zo stiekem te doen en continu over onze schouder
te kijken. Dan wordt de sfeer in het hotel gewoon weer
zoals vroeger…”